Verwarmingsbij

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Verwarmingsbijen[1] houden het broed warm middels het bewegen (rillen) van hun (van de vleugels ontkoppelde) borstspieren. Ze produceren deze warmte bovenop de broedcellen (met de borstkas stevig tegen de deksels van het gesloten broed gedrukt), maar ook in lege cellen tussen de broedcellen [2].

De verwarmingsbij kan hierbij de eigen temperatuur tot boven de 40°C. opvoeren.

Uiteraard kost dit verwarmen veel brandstof. Dit halen de verwarmingsbijen meestal niet zelf, ze worden meestal door andere bijen met honing[3] middels trophallaxis gevoerd. Die andere (koelere) bijen pendelen dus heen en weer tussen de honingvoorraad en de verwarmingsbijen. Op die manier blijft de warmte optimaal in het broednest gelokaliseerd.

Zowel de verwarmende als de pendelende bijen dragen ook bij aan het voeren van de larven.


Genoemde overdracht van voedsel is een andere dan die van de overdracht van nectar vanaf de haalbijen naar de bijen van de binnendienst (die er uiteindelijk voor zorgdragen dat de honingcellen worden gevuld met honing). Deze overdracht vindt dichter bij de vliegopening plaats, terwijl de overdracht van honing aan de verwarmingsbijen in het broednest (op het gesloten broed) plaatsvindt.


Voetnoten

  1. Rebecca Basile, Christian W.W. Pirk, Jürgen Tautz. Trophallactic activities in the honeybee brood nest – Heaters get supplied with high performance fuel. Zoology 111 (2008) 433 – 441.
  2. Dergelijk hagelschot heeft dan dus (alsnog?) een functie.
  3. Niet met nectar. In honing zit meer energie.