Voerbak

Dwarsdoorsnede van een voorbeeld van een voerbak: geel = voerbak, bruin = dekplank, groen = bijenkast, wit = dekseltje van voerbak, blauw = suikerwater. In dit voorbeeld bestaat het deksel van de voerbak uit 2 gedeelten zodat het bakje kan worden bijgevuld zonder dat er bijen via de bovenkant kunnen ontsnappen.

2 liter bakje conform schematisch voorbeeld.

Een ander type 2 liter bakje (hier hoort uieraard nog wel een geheel afdekkend deksel op). Je ziet de bijen drinken.

Een voerbak is een bak om suikerwater aan de bijen te kunnen voeren. Deze voerbak zit zo in elkaar dat de bijen voldoende toegang tot het suikerwater hebben, maar (elkaar) er niet niet in zullen verdrinken. Zo'n voorbak wordt dan meestal bovenop een gat in de dekplank gezet.

Het zal duidelijk zijn dat je met een grote voerbak minder vaak op een neer naar het bijenvolk hoeft. Je kunt ze dan immers veel ineens geven. Grote voerbakken zijn dus heel geschikt als je je bijenvolken op een grotere afstand hebt staan. Als dat niet zo is dan heeft een kleinere voerbak de volgende voordelen:

• als de bijen stoppen met opnemen dan loop je bij een kleinere voerbak een kleinere kans dat je veel moet weggooien;
• je kunt gedoseerder inwinteren zodat je niet dadelijk het broednest (met belangrijke winterbijen) gaat dichtslibben met siroop (met in het ergste geval een moer die van de leg af gaat), het broednest kan zich langzaam aanpassen;
• als je een kleine hoeveelheid bij schemering geeft dan kunnen ze dat 's nachts verwerken. Geeft minder nervositeit en minder roof;
• de bakjes, meestal in kunststof, gaan zo de vaatwas in en komen er als nieuw weer uit;
• geen extra voederrompen nodig of extra rompen waar je die grote bakken in kwijt moet kunnen.

Nog kleinere hoeveelheden (en bij koudere temperaturen) kun je ook voeren met behulp van een jampotje.